Terug naar inhoudsopgave
In een draadloos netwerk worden computers zonder hulp van netwerkkabels met elkaar verbonden. De computers maken gebruik van radiocommunicatie voor onderlinge gegevensuitwisseling. U kunt rechtstreeks communiceren met andere draadloze computers of een verbinding maken met een bestaand netwerk via een draadloos toegangspunt. Bij het instellen van de draadloze adapter moet u de uitvoermodus voor het gewenste type draadloos netwerk kiezen. U kunt de Intel(R) PRO/Wireless-adapter gebruiken om een verbinding te maken met andere, vergelijkbare draadloze apparaten die voldoen aan de 802.11-standaard voor draadloze netwerken.
Draadloze LAN's (WLAN's) kunnen, afhankelijk van het aantal gebruikers op het netwerk, met of zonder toegangspunten werken. In de modus Infrastructuur worden toegangspunten gebruikt via welke draadloze computers gegevens kunnen verzenden en ontvangen. Draadloze computers verzenden gegevens naar het toegangspunt. De gegevens worden door het toegangspunt ontvangen en vervolgens naar de overige computers doorverzonden. Het toegangspunt kan tevens een verbinding maken met een bekabeld netwerk of met het Internet. Meerdere toegangspunten kunnen aan elkaar worden gekoppeld, zodat het bereik een groot gebied kan beslaan.
Informatie over de WLAN-technologie
Een modus kiezen voor het WLAN
In de modus Peer-to-Peer, die ook wel de ad-hocmodus wordt genoemd, worden geen toegangspunten gebruikt. In deze modus kunnen computers gegevens rechtstreeks naar andere draadloze computers verzenden. U kunt de modus Peer-to-Peer gebruiken om computers in een thuisnetwerk of een klein bedrijfsnetwerk met elkaar te verbinden of u kunt een tijdelijk draadloos netwerk instellen voor een vergadering.
Voor het correct functioneren van een WLAN is de configuratie van drie basisonderdelen vereist:
U kunt een WLAN, afhankelijk van de grootte en de onderdelen, op vele verschillende manieren identificeren:
Het uitvoeren van een locatieonderzoek voor het WLAN is de allerbelangrijkste stap bij het instellen van een draadloos netwerk. Hierdoor bent u veel minder tijd kwijt aan probleemoplossing als het WLAN eenmaal is ingesteld en u de verbindingen kunt gaan testen. Voor het uitvoeren van een locatieonderzoek hebt u de volgende hulpmiddelen nodig:
Als u over de vereiste hulpmiddelen beschikt, kunt u een onderzoek uitvoeren binnen in het gebouw. Start de software voor het locatieonderzoek op de laptopcomputer die fungeert als de mobiele ontvanger en draag deze rond in het beoogde gebied van het draadloze netwerk om de signaalsterkte te testen. Controleer tevens de signaalsterkte van elke locatie waarop u een toegangspunt wilt plaatsen. Als u problemen ondervindt bij het uitvoeren van het onderzoek, moet u controleren of de laptop die als zender fungeert zich niet bij een muur met metalen onderdelen bevindt, zoals een airconditioningkanaal. Dergelijke elementen leiden tot storingen in het bereik van het signaal. Verplaats de zender en test de signaalsterkte opnieuw. Voor een naadloze dekking bij het bewegen van toegangspunt tot toegangspunt, moeten de signaalniveaus op elk punt elkaar overlappen. Er bestaat software die zorgt voor een naadloze overdracht van variërende signaalniveaus tussen toegangspunten.
De infrastructuur van het gebouw veroorzaakt soms storingen in het microgolfsignaal, maar als u de locatie en de oorzaak van de storing vaststelt, kunt u vervolgens de beste plaats bepalen voor het bevestigen van de toegangspunten, zodat het gehele gebied een optimale dekking heeft. Microgolfsignalen verspreiden zich in alle richtingen, wat betekent dat u een enkel toegangspunt kunt gebruiken voor een gebouw met meerdere verdiepingen. Het bereik is echter sterk afhankelijk van de materialen die zijn gebruikt voor het leggen van de vloeren, vooral als het metaal betreft. Als het signaal binnen het gebouw sterk genoeg is, kunt u de sterkte buiten het gebouw controleren. U kunt dit doen door de laptop mee naar buiten op straat of in de omgeving van het gebouw te nemen en na te gaan hoe ver u kunt gaan zonder te groot verlies van de signaalsterkte.
Indien mogelijk, moet u rekening houden met het type netwerk dat wordt gebruikt door de bedrijven die zich boven en beneden u bevinden in het gebouw, zodat de netwerken op elkaar kunnen worden afgestemd. Beveiliging binnen draadloze netwerken is van groot belang en als u afspraken maakt met de personen in uw omgeving, weet u zeker dat u de juiste kanalen kiest en de beste locatie voor toegangspunten.
Hoewel toegangspunten signalen kunnen verzenden tot bijna 20 meter in een ruimte met muren en vergelijkbare obstakels en tot ruim 150 meter in een grote, open ruimte, zijn de volgende factoren van invloed op het bereik:
Als u rekening houdt met deze factoren tijdens het onderzoeken van de locatie voor het WLAN, kunt u ervoor zorgen dat de gebruikers mobiele verbindingen zonder storingen tot stand kunnen brengen. Als u meerdere toegangspunten gebruikt, kunt u de invloed van deze factoren vanzelfsprekend verlagen als de ruimte als geheel scheidingswanden bevat.
Hoewel draadloze netwerken gebruikersvriendelijk zijn, kan de beveiliging problemen opleveren. Zelfs als u de beveiligingsinstellingen inschakelt die voor de 802.11b-standaard zijn gedefinieerd, naast de beveiligingsinstellingen voor de hardware, is het netwerk desondanks kwetsbaar. U kunt een aantal dingen doen om het voor buitenstaanders moeilijker te maken toegang te verkrijgen tot uw netwerk:
Een draadloos netwerk identificeren
De locatie voor het WLAN onderzoeken
Factoren die van invloed zijn op het bereik
Sterkere beveiliging
Copyright (c) 2002 Intel Corporation.